Tijdelijk beleid RIV-toets UWV
Er zijn veel maatschappelijke gevolgen van de maatregelen die op allerlei niveaus worden getroffen in het kader van Covid-19.
Zo heeft het ook gevolgen voor de wijze waarop het UWV de re-integratie inspanningen van werkgevers en werknemers beoordeeld in het kader van de Wet verbetering Poortwachter. Hieronder volgt een samenvatting, het hele artikel is hier terug te vinden.
BEOORDELING
Het uitgangspunt van de beoordeling voor het UWV blijft de Wet verbetering Poortwachter/ regeling procesgang 1e en 2e ziektejaar /artikel 25 WIA.
Wanneer het UWV de inspanningen als onvoldoende beoordeeld moet er nu ook rekening gehouden worden met de eventuele maatregelen die getroffen zijn met betrekking tot de Covid-19 situatie. Als werkgever moet dan wel worden aangegeven hoe de situatie rondom het virus van invloed is (geweest ) op het re-integratieproces. De arbeidsdeskundige van het UWV beoordeelt dan de plausibiliteit daarvan.
Op deze wijze zal er ook worden beoordeeld wanneer bepaalde documenten ontbreken als onderdeel van het zogenaamde RIV (re-integratieverslag). Dit dient dan ook door de werkgever specifiek te worden aangegeven waarom bepaalde documenten ontbreken of wanneer bepaalde zaken niet zijn ingevuld.
In principe blijft het beleid ongewijzigd en dienen alle noodzakelijke documenten te worden aangeleverd. Fysieke handtekeningen op documenten zijn niet nodig.
Als de 5 dagen termijn, die wordt gehanteerd om het RIV te completeren, niet wordt gehaald dan wordt nu coulance toegepast wanneer de termijn van tijdigheid RIV/WIA niet in het gedrang komt. Informeer het UWV hier wel over.
Als voor de inhoudelijke beoordeling door het UWV meer informatie nodig is maar de werkgever kan niet worden bereikt (door ziekte of bedrijfssluiting) dan wordt verwacht dat administratieve handelingen toch door kunnen lopen. Contacten en onderzoeken kunnen telefonisch worden ingezet/uitgevoerd en later eventueel aangevuld met fysieke acties.
Als uitgangspunt voor de RIV beoordeling gelden de gegevens van de bedrijfsarts. Eventueel neemt de bedrijfsarts contact op met de verzekeringsarts als dit nodig wordt geacht.
Als er toch verschil van inzicht is tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts dan probeert de verzekeringsarts via een telefonisch spreekuur alsnog voldoende informatie te verzamelen om te onderbouwen dat er sprake is van een andere belastbaarheid. Als dit via de telefoon niet mogelijk is dan wordt alsnog uitgegaan van de belastbaarheid zoals doorgegeven door de bedrijfsarts.
DEUGDELIJKE GROND/HERSTEL TEKORTKOMINGEN
Het UWV kan nu een verlengde loondoorbetalingsverplichting opleggen als een werkgever geen deugdelijke gronden heeft aangevoerd waarom hij niet heeft kunnen voldoen aan re-integratieverplichtingen. In verband met Covid-19 kunnen er echter nieuwe situaties ontstaan die tot een deugdelijke grond kunnen leiden.
Van belang is dan wel aan te geven in het RIV waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.
Bij bedrijfssluiting in verband met Covid-19 kan de re-integratie vertragen bij re-integratie in eigen of ander werk bij de eigen werkgever. Van belang is dan wel onherroepelijk toe te zeggen dat herplaatsing wordt gerealiseerd na heropening.
Het kan zijn dat (onderdelen van) een 2e spoor traject door Covid-19 niet kan worden uitgevoerd bijvoorbeeld bij proefplaatsing/bedrijfssluiting nieuwe werkgever, uitvoeren van vrijwilligerswerk/ opdoen arbeidsrtime, niet beschikken over voldoende digitale vaardigheden voor begeleiding op afstand. Deze zaken kunnen eventueel worden opgeschort tot einde Covid-19. Heroverweging en mogelijk bijstelling van het Plan is dan van belang.
Het fysiek niet uit kunnen voeren van passend werk door bijvoorbeeld vermindering van werkaanbod of het niet goed kunnen realiseren van voldoende ondersteuning op de werkplek door een opgelegde Covid-19 maatregel.
GEEN SPRAKE VAN DEUGDELIJKE GROND
Er is sprake van geen deugdelijke grond wanneer onvoldoende onderzoek in spoor 1 is verricht. Blijf dan ook zoeken naar mogelijkheden en manieren om toch goed onderzoek te doen.
Laat spoor 2 zoveel mogelijk doorlopen. Re-integratiebedrijven kunnen de begeleiding voor een groot deel op afstand uitvoeren. Als dit niet mogelijk is dan dient dit goed aangeven te worden.
Dreigende betalingsonmacht is ook door Covid-19 geen reden om van een verlenging loondoorbetaling af te zien door het UWV. Re-integratieinspanningen kunnen immers nog altijd als onvoldoende worden beschouwd. Ook worden de regelingen vanuit de overheid (NOW) gezien als een compensatie.
NA DE COVID-19 PERIODE
Ook na de Covid-19 periode zal rekening worden gehouden met een stagnatieperiode. Van belang is dat werkgever in het RIV aangeeft waarom hij/zij gedurende een periode het uitvoeren van re-integratie-activiteiten beperkt mogelijk was.
DESKUNDIGENOORDEEL
Een deskundigenoordeel kan ook in de Covid-19 periode worden aangevraagd. Deze zullen echter door het UWV zoveel mogelijk op afstand worden uitgevoerd.
Bron: UWV