De Wet op de medische keuringen (Wmk) geeft regels voor aanstellingskeuringen. Een aanstellingskeuring mag in principe niet. Een keuring mag alleen als de uitoefening van de functie risico’s kan opleveren voor de gezondheid en veiligheid van de werknemer of anderen. En dan alleen als de werkgever die risico’s niet met gangbare maatregelen kan beperken.
Een aanstellingskeuring mag alleen door een bedrijfsarts worden verricht. Bovendien moet de aanstellingskeuring plaatsvinden aan het einde van de sollicitatieprocedure. De werkgever moet al van plan zijn om de sollicitant aan te nemen.
Ook mag de bedrijfsarts alleen onderzoeken doen die noodzakelijk zijn om te zien of een keurling aan de eisen voldoet. Er mag geen onderzoek worden uitgevoerd dat een onevenredige inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer. De bedrijfsarts mag de medische gegevens in principe 6 maanden bewaren.
De regels zijn zo streng omdat een keuring niet misbruikt mag worden om sollicitanten op oneigenlijke gronden uit te sluiten. Bijvoorbeeld door te selecteren op het risico voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de toekomst. Ook is het heel belangrijk om de privacy van sollicitanten te beschermen.
Bedrijfsarts beslist over keuring
De werkgever is verplicht om schriftelijk advies te vragen aan de bedrijfsarts. Die beslist of een keuring voor een bepaalde functie terecht is. Na een positief advies moet de werkgever de functie-eisen, het doel van de keuring, de specifieke gezondheidsvragen en de medische onderzoeken schriftelijk vastleggen. Ook moet de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging instemming verlenen met het keuringsbeleid.
Recht op herkeuring
Ook moet gemeld worden dat de kandidaat het recht heeft om een herkeuring aan te vragen als hij/zij het niet eens is met het resultaat van de keuring. Tot slot moet de werkgever de kandidaat erop attenderen dat het mogelijk is om bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA) een klacht in te dienen.