Week van de Overgang: de verpleegkundig overgangsconsulente en werk, wat kan zij voor u betekenen?
Jaarlijks zijn 315.000 vrouwen in Nederland in de overgang. Daarvan heeft ongeveer 80% soms of regelmatig last van overgangsklachten. Die klachten kunnen meer dan tien jaar lang aanhouden. Dat heeft impact op je dagelijkse leven. Ook op je werk. Van de vrouwen in de overgang ervaart 55% dat overgangsklachten invloed hebben op hun werk. Bijvoorbeeld een slechte concentratie, geheugenstoornissen en vermoeidheid.
Van 8 tot en met 14 april is het de Week van de Overgang, een goed moment om daar bij stil te staan. Want een open communicatie over een dergelijk onderwerp draagt bij aan begrip en daarmee aan een gezonde en veilige werkplek.
In Nederland zijn ruim 3,9 miljoen vrouwen werkzaam. Hiervan zijn er zo`n 1,8 miljoen boven de 45 jaar ( bron: Centraal Bureau voor de statistiek). Vrouwen in de leeftijdscategorie van 45 tot 55 jaar lijken frequenter en langer verzuimen dan mannen. De periode van de overgang kan vier tot tien jaar duren. Een lange periode waarop de kans op uitval op de werkvloer significant hoger is. Omdat de symptomen van de overgang en die van een burn-out vaak overeenkomen, wordt regelmatig een verkeerde diagnose gesteld met alle gevolgen van dien.
Voor werkgevers is het daarom van belang om verzuim als gevolg van de overgang te voorkomen. Helaas blijkt dat er vaak onvoldoende kennis over de overgang aanwezig is en dat klachten van de overgang niet altijd door de arts worden onderkend of door de werkgever serieus wordt genomen. En dat is jammer want hierdoor kan verzuim langer duren dan noodzakelijk is.
Werkwijze en mogelijkheden
Er zijn diverse mogelijkheden om meer aandacht te besteden aan de overgang en de consequenties voor de werkplek. Dit kan zowel richting vrouwen in de doelgroep als richting leidinggevende/HR/management Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden:
Informatiesessie voor vrouwen
Deze bijeenkomst is bedoeld om uitleg te geven wat men kan verwachten, welke klachten horen bij de overgang en hoe ga je ermee om op het werk. Deze bijeenkomt duurt 1,5 uur waarbij ook ruimte is voor (algemene) vragen. Mocht er verdere begeleiding wenselijk zijn dan kan men zich bij de consulente melden voor individuele consulten.
Informatiesessie voor leidinggevende/HR
Tijdens deze bijeenkomst van 1,5 uur wordt ingegaan op het herkennen van signalen, welke impact kan de overgang hebben op het werk en hoe maak je het onderwerp als leidinggevende of HR-manager bespreekbaar met de medewerker. Naast het delen van informatie zal de kennis ook worden getoetst dmv een interactieve sessie.
Individuele consulten
Wanneer vrouwen behoefte hebben aan individuele begeleiding is dit mogelijk op locatie van Verhage & van der Laan in Oud-Beijerland. Er kan contact worden opgenomen met de verpleegkundig overgangsconsulente om een afspraak te plannen. Over het algemeen zijn 2-3 sessies nodig welke vanuit de aanvullende zorgverzekering worden vergoed. Op basis van de klachten die tijdens een spreekuur worden aangegeven kan ook de bedrijfsarts of praktijkondersteuner bedrijfsarts het advies gegeven om contact op te nemen met de verpleegkundig overgangsconsulente.
De verpleegkundig overgangsconsulente
De verpleegkundig overgangsconsulenten waarmee wij samenwerken zijn aangesloten bij de VVOC en worden door vrijwel alle zorgverzekeraars geheel of gedeeltelijk vergoed vanuit de aanvullende verzekering. Zij hebben een geaccrediteerde HBO opleiding gevolgd die wordt erkend door de gynaecologen van de Dutch Menopause Society en zijn BIG geregistreerd. Daarnaast zijn zij op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom wetenschappelijk onderbouwde begeleiding van overgangsklachten door het volgen van geaccrediteerde bijscholingen.
Voor een afspraak bij de verpleegkundig overgangsconsulenten is geen verwijzing nodig van de huis- of bedrijfsarts (dit itt een afspraak op een menopauzepoli in het ziekenhuis).
Meer weten wat de overgangsconsulent voor uw organisatie kan betekenen? Stuur een mail naar info@verhage-vanderlaan.nl, wij helpen u graag verder.
Bron: Arboportaal