Prinsjesdag 2019, belangrijke punten voor u als werkgever
In de troonrede is gewezen op het belang dat mensen gezond en werkend hun pensioen
kunnen halen. Ook het belang van een lagere werkdruk en meer werkplezier wordt onderkent.
Een aantal maatregelen en veranderingen hangen hiermee samen wat betreft arbeidsomstandigheden en verzuim.
Loondoorbetaling bij ziekte
De inzet van het kabinet is om de loondoorbetalingsplicht bij ziekte makkelijker, duidelijker en
goedkoper te maken. De MKB-verzuimontzorgverzekering is ontwikkeld en wordt vanaf nu
aangeboden. Verder zal per 1 januari 2021 een aantal wettelijke wijzigingen van kracht gaan.
Ondernemers ontvangen vanaf die datum een tegemoetkoming in de kosten van het tweede
ziektejaar van €1000 tot €1300 per bedrijf.
Daarnaast zal per 1 januari 2021 de verzekeringsarts niet langer het medisch advies van de bedrijfsarts
beoordelen bij de toets op re-integratie activiteiten. Zo behouden werkgever en werknemer
meer regie op de re-integratie activiteiten. Daarbij moeten zij kunnen vertrouwen op het
medisch advies over de belastbaarheid van de bedrijfsarts. Daarom zal de verzekeringsarts
van UWV per 1 januari 2021 niet langer het medisch advies van de bedrijfsarts beoordelen
bij de toets op re-integratie inspanningen. Ook wordt er nagedacht over kwaliteitsverbeteringen
in het tweede spoor traject.
Arbeidsomstandigheden en Arbovisie 2030
De Arbowet zal in 2020 worden geëvalueerd. In 2019 zijn hier al onderzoeken voor gestart. Het
kabinet zet meer in op naleving van de RI&E. Met name kleine werkgevers hebben nog geen (complete)
RI&E. Het kabinet gaat onderzoek doen naar mogelijkheden om verbeteringen in de naleving
door te voeren.
Tevens ondersteunt het kabinet met het programma “Preventie Beroepsziekten” werkgevers bij het
voorkomen van gezondheidsschade door blootstelling aan gevaarlijke stoffen en fysieke belasting.
Daarnaast wordt er een commissie ingesteld t.b.v. snelle afhandeling van schademeldingen bij
beroepsziekten.
Investering Duurzame Inzetbaarheid
Het kabinet stelt vanaf 2020 structureel 10 miljoen beschikbaar t.b.v. duurzame inzetbaarheid.
Het wordt tijdelijk mogelijk voor sociale partners om oudere werknemers die niet in staat zijn
om gezond door te werken tot de AOW-leeftijd eerder uit te laten treden. Sociale partners
zullen per sector maatwerkafspraken maken over duurzame inzetbaarheid en de
mogelijkheden bekijken om vervroegd uit te treden met gebruikmaking van de tijdelijke
RVU vrijstelling. Het kabinet stelt voor deze maatwerkaanpak vanaf 2021 vier keer
€ 200 miljoen beschikbaar.
Leven lang ontwikkelen
Het kabinet werkt aan een publiek leer, – en ontwikkelbudget die de fiscale scholingsaftrek
vervangt. Dit wordt het STAP-budget (Stimulans Arbeidsmarkt Positie) en is voor iedereen
beschikbaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd ongeacht iemand werkend is of werkzoekend
zonder baan. Het budget bedraagt maximaal € 1000,- per individu, Daarnaast werkt het
kabinet aan een subsidieregeling om Leven Lang Ontwikkelen te stimuleren in het midden-en
kleinbedrijf en de landbouw-, horeca- en recreatiesector. In samenwerking met OCW wordt de
tegemoetkoming op grond van de Subsidieregeling praktijkleren voor bbl-plekken binnen drie
sectoren, met veel seizoenswerk, verhoogd (€10,6 miljoen per jaar gedurende 5 jaar).
Bron: Oval